In de Nederlandse taal zijn er van die woorden waar je iedere keer weer over twijfelt. Je kent het wel, van die momenten waarop je denkt: “Is het nou met een ‘i’ of met een ‘j’?” Nou, “allebei” en “allebij” is zo’n geval. Het is eigenlijk best simpel, want er is maar één juiste manier: “allebei”. Maar waarom blijft het dan toch zo lastig? Misschien omdat we vaak woorden fonetisch schrijven, dus zoals we ze horen. En als je niet vaak genoeg leest, dan zie je het woord niet vaak genoeg geschreven. Begrijpelijk, toch?
Hoe vaak komt deze fout voor?
Het lijkt misschien een klein detail, maar fouten zoals “allebij” komen verrassend vaak voor. Als je even online zoekt, kom je tientallen voorbeelden tegen. Forums, sociale media, zelfs in e-mails van collega’s – overal sluipen die kleine taalfoutjes naar binnen. Het is bijna alsof onze hersenen automatisch naar de verkeerde versie grijpen. Heel frustrerend eigenlijk. Heb je ooit tijdens een app-gesprek even snel iets getypt en later gedacht: “Heb ik dat nou echt zo geschreven?” Dat gebeurt vaker dan je denkt.
Een kijkje in de meest voorkomende fouten laat zien dat “allebei” versus “allebij” zeker niet de enige verwarring is. Denk ook aan woorden als “meestal” en “meestaal” of “bedoeling” en “betekenis”. We zijn soms gewoon te snel met typen of denken net even niet na over de spelling. En eerlijk gezegd, wie kan dat kwalijk nemen in deze snelle digitale wereld?
Een kijkje in de meest voorkomende fouten
Als we een lijstje zouden maken van de meest voorkomende spellingfouten, zou “allebij” waarschijnlijk ergens bovenaan staan. Maar het is niet alleen dat woord. Wat dacht je van “teveel” en “te veel”? Of “verassing” in plaats van “verrassing”? Ja, allemaal van die kleine valkuilen waar we regelmatig intrappen. Sommige fouten zijn best grappig als je er achteraf op terugkijkt, maar ze kunnen ook serieus je boodschap vertroebelen.
Tips om het verschil te onthouden
Oké, dus hoe zorgen we ervoor dat we dit soort fouten niet meer maken? Een handige manier is om ezelsbruggetjes te gebruiken. Voor “allebei” kun je bijvoorbeeld denken aan het Engelse woord “both”. Het klinkt misschien raar, maar het werkt echt! Of herhaal gewoon regelmatig: allebei met een ‘e’ en een ‘i’. Soms helpt het ook om woorden op te schrijven en zo in je geheugen te prenten.
Daarnaast kan het helpen om meer te lezen. Door woorden vaker in hun correcte vorm tegen te komen, onthoud je ze beter. En nee, het hoeft niet altijd literatuur te zijn; tijdschriften, blogs (zoals deze), en zelfs ondertiteling kunnen al wonderen doen voor je spelling.
Voorbeelden uit het dagelijks taalgebruik
Laten we eens kijken naar wat voorbeelden uit het dagelijks leven waarin dit foutje vaak voorkomt. Stel je voor dat je met een vriend afspreekt en zegt: “Wanneer zullen we allebij gaan?” Het klinkt misschien niet verkeerd als je het zegt, maar zodra je het opschrijft valt de fout meteen op. Of denk aan werkmails: “Ik heb allebij de documenten bijgevoegd.” Oeps! Dat ziet er niet professioneel uit.
En wat dacht je van sociale media? Daar worden zulke foutjes constant gemaakt. Je scrollt door Facebook of Instagram en ziet iemand posten: “We hebben allebij genoten van het concert.” Het is iets kleins, maar het kan toch een beetje afdoen aan de boodschap die je wilt overbrengen. Dus ja, laten we proberen om zulke kleine foutjes te vermijden waar mogelijk.
Dus daar heb je het. Een korte duik in de wereld van veelgemaakte taalfouten en hoe we ze kunnen vermijden. Hopelijk helpt dit een beetje om die vervelende twijfel over “allebei” en “allebij” voorgoed uit de weg te ruimen!